Financieringsmodel van de orkesten
Het oude financieringsmodel van de orkesten ging uit van een combinatie van subsidies en een minimum aan eigen inkomsten. Een streven naar meer eigen inkomsten stond vaak op gespannen voet met het aanbieden van laagdrempelige activiteiten.
Visie 2030
Wij zien nu een nieuw financieringsmodel voor ons, dat zich kenmerkt door:
- een verschuiving in focus van middelen naar impact;
- ruimte om middelen meer naar eigen inzicht in te zetten;
- aandacht voor maatschappelijke trends en risicoscenario’s;
- een onderscheid tussen vaste en variabele kosten.
Overheidsfinanciering van vaste lasten
Elders, bijvoorbeeld in de museale sector, heeft overheidsfinanciering van vaste lasten een positieve uitwerking. Hiermee zal voor de orkesten en hun medewerkers meer zekerheid ontstaan en krijgen zij de ruimte om hun ondernemingszin aan te spreken bij het ontwikkelen van activiteiten. Financiering van vaste kosten biedt garanties voor de kwaliteit die de orkesten leveren. Die kwaliteit kan alleen bereikt worden als een vaste kern van musici zeer regelmatig kan samenspelen. De instandhouding van de orkesten is ons inziens een overheidstaak.
Differentiatie en het vergroten van publieksbereik
Bestaand onderzoek biedt al veel inzicht in publieksgroepen. Om deze groepen goed te kunnen bedienen, zullen we ons aanbod meer moeten differentiëren naar onder meer prijs, locatie of presentatiewijzen. Het impactmodel laat duidelijk zien dat bereik een kernelement is voor het genereren van meer impact. Daarom is essentieel dat ook de bekostiging van nieuw aanbod onderdeel wordt van het financieringsmodel. Daarvoor is nader onderzoek nodig. Een van de vraagstukken hierin is de financiering van online aanbod, dat onder invloed van corona een vlucht heeft genomen.
Meer uitleg over het financieringsmodel vindt u in het volledige visiedocument.
Het financieringsmodel in de strategische agenda
Een nieuw financieringsmodel waarbij vaste lasten door de overheid gedragen worden, kan alleen tot stand komen op basis van een met financiers gedeelde toekomstvisie. De strategische agenda maakt dan ook ruimte voor meer overleg en betere afstemming met overheidsorganen. De orkesten zijn gebaat bij een imago dat beter aansluit bij de werkelijkheid, bij zowel die overheden als het brede publiek. Meer en anders zichtbaar zijn zal leiden tot een groter draagvlak, wat op zijn beurt weer ten goede komt aan diverser aanbod. Ook hier zien wij weer een duidelijk verband met het eerder genoemde impactmodel.
In de jaren 2021–2025 zullen we ons sterk maken voor verlenging van de huidige kunstenplanperiode, zodat er ruimte komt voor het voorbereiden van een toekomstbestendig nieuw stelsel. Daar hoort intrekking of aanpassing van de huidige ministeriële regeling bij, en uiteindelijk wijziging van de methodiek van het kunstenplan. Die methode leidt immers tot grote onzekerheden bij de orkesten op de lange termijn. Wij zien in dat bij het nieuwe model dat in overleg met overheden tot stand komt ook nieuwe beoordelingskaders horen. In de strategische agenda maken we veel ruimte voor onderzoek naar nieuwe financieringsmodellen.
De volledige strategische agenda vindt u in het visiedocument.